Het Britse pond lijkt steeds meer een barometer te worden voor het referendum over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie.
President Barack Obama waarschuwde bijna een week geleden dat een Brexit slecht is voor de handel. Sindsdien is de dalende lijn die het Britse pond eind december inzette ten opzichte van de euro een stijgende geworden. Maar wat zit daar nu precies achter?
Tot voor kort was er geen duidelijke relatie zichtbaar tussen de voorkeur van de Britten of ze lid willen blijven van de Europese Unie en de koers van het Britse pond. Daarin lijkt, naarmate de bezorgdheid oploopt, een kentering te komen, schrijven The Wall Street Journal en Thomson Reuters.
Gokjes beïnvloeden koers
The Wall Street Journal ontdekte dat de koers van het pond stijgt, naarmate er meer geld bij wedkantoren wordt ingezet op winst voor het pro-EU kamp bij het referendum.
Tegelijk blijkt dat het sentiment op social media over de Britse economie de afgelopen maanden een stuk negatiever is geworden, signaleert Thomson Reuters. Dat laatste heeft mede te maken met een reeks rapporten die de negatieve gevolgen van een Brexit benadrukken.
Het aanwakkeren van angst lijkt een effectief middel om de koers van de Britse pond op te krikken. De OESO heeft donderdag een nieuwe duit in het angstzakje gedaan: het vertrek uit de EU zou elke Brit ongeveer 3.000 euro per jaar gaan kosten.
Het Britse ministerie van Financiën zette nog zwaarder in: het raamde afgelopen week in een lijvig rapport dat een vertrek uit de Europese Unie elk huishouden in het land meer dan 5.400 euro gaat kosten.
Inwoners van het Verenigd Koninkrijk gaan op 23 juni naar de stembus om te bepalen of ze lid willen blijven van de Europese Unie. Peilingen voorspellen een nek-aan-nekrace, hoewel het 'blijf-kamp' licht in de meerderheid is.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl